Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende hoofdstuk om waarden in te stellen of te wijzigen. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk die wordt bepaald door de hoogte boven het zeeniveau waarop het apparaat zich bevindt. De volgende informatie zal u helpen om uw apparaat in te stellen op de beste afdrukkwaliteit. Voor u de hoogte instelt, moet u opzoeken wat de hoogte is van de plaats waar u het apparaat gebruikt.
|
|
Stuurprogramma installeren. (Zie Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat of Het stuurprogramma installeren voor een apparaat dat via het netwerk is aangesloten.)
Klik op het menu in Windows.
In Windows 2000 selecteert u > .
In Windows XP/Server 2003 selecteert u .
In Windows Server 2008/Vista selecteert u > > .
In Windows 7 selecteert u > > .
In Windows Server 2008 R2 selecteert u > > .
Selecteer het stuurprogramma van uw apparaat en klik op uw rechtermuisknop om te openen.
In de eigenschappen van het printerstuurprogramma selecteert u .
Selecteer de juiste instelling in de vervolgkeuzelijst .
Klik op .
U kunt de luchtdrukaanpassing instellen in het Hulpprogramma Printerinstellingen.
U kunt de toepassing starten door in het menu achtereenvolgens of > > > de naam van uw printerstuurprogramma > Hulpprogramma Printerinstellingen te kiezen.
Selecteer de juiste instelling in de vervolgkeuzelijst .
Klik op de knop .
Dit kan ook worden aangepast via Embedded Web Service.
U kunt de lade en het papier selecteren die u standaard wilt gebruiken voor uw afdruktaken.
Klik op het menu in Windows.
In Windows 2000 selecteert u > .
In Windows XP/Server 2003 selecteert u .
In Windows Server 2008/Vista selecteert u > > .
In Windows 7 selecteert u > > .
In Windows Server 2008 R2 selecteert u > > .
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
In Windows XP/Server 2003/Server 2008/Vista klikt u op .
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u in het snelmenu.
|
|
|
Als bij het item het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. |
Klik op het tabblad .
Selecteer een lade en de bijhorende opties, zoals het papierformaat en de papiersoort.
Druk op .
Macintosh ondersteunt deze functie niet. Macintosh-gebruikers moeten de standaardinstelling handmatig wijzigen als ze op basis van andere instellingen willen afdrukken.
Open een Macintosh-toepassing en selecteer het bestand dat u wilt afdrukken.
Open het menu en klik op .
Ga naar het paneel .
Open het menu en klik op .
Ga naar het paneel .
Stel de juiste lade in van waaruit u wilt afdrukken.
Ga naar het paneel .
Stel het papiertype in op basis van het papier dat in de lade werd geplaatst van waaruit u wilt afdrukken.
Klik op om het afdrukken te starten.
Gebruik deze functie om energie te besparen als u het apparaat niet gebruikt.
Installeer het stuurprogramma. (Zie Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat of Het stuurprogramma installeren voor een apparaat dat via het netwerk is aangesloten.)
Klik op het menu van Windows.
In Windows 2000 selecteert u > .
In Windows XP/Server 2003 selecteert u .
In Windows Server 2008/Vista selecteert u > > .
In Windows 7 selecteert u > > .
In Windows Server 2008 R2 selecteert u > > .
Selecteer het stuurprogramma van uw apparaat en klik op uw rechtermuisknop om te openen.
In de eigenschappen van het printerstuurprogramma selecteert u .
Selecteer de gewenste tijd in de vervolgkeuzelijst .
Klik op .
U kunt de energiebesparing wijzigen in het Hulpprogramma Printerinstellingen.
U kunt de toepassing starten door in het menu achtereenvolgens of > > > de naam van uw printerstuurprogramma > Hulpprogramma Printerinstellingen te kiezen.
Klik op . Selecteer de juiste waarde in de vervolgkeuzelijst en klik op .
Uw apparaat is standaard ingesteld op het lettertype dat in uw regio of land wordt gebruikt.
Als u het lettertype wilt wijzigen of als u het lettertype wilt instellen in een speciale omgeving (bijv. onder DOS), kunt u de lettertype-instelling als volgt wijzigen:
Controleer of u het printerstuurprogramma hebt geïnstalleerd met behulp van de bijgeleverde software-cd.
Als u een Windows-gebruiker bent, kunt u de toepassing starten door in het menu achtereenvolgens of > > > de naam van uw printerstuurprogramma > Hulpprogramma Printerinstellingen te kiezen.
Klik op .
Selecteer het gewenste lettertype.
Klik op .
|
|
|
Hieronder vindt u de lijst met lettertypen voor de overeenkomstige talen.
|